woensdag 4 maart 2015

2015-03-04 Supervisie en Organisatiekunde

2015-03-04
Supervisie 8




Met welke gevoelens zit ik hier?
Hoe wil ik het gevoel behouden - veranderen - wat heb ik erbij nodig van de groep?

"Ik ben verantwoordelijk voor wat ik zeg en ik ben niet verantwoordelijk hoe je het interpreteert"


Organisatiekunde

Bespreken resultaten Campmatrix


  • Presenteren resultaten in kleine groepjes
  • Werkwijze
  • Resultaten
  • Sterktes en zwaktes
  • Inventariseren vragen en opmerkingen
  • Plenair bespreken
  • Vragen en opmerkingen
  • Uitwisselen ervaringen met deze werkwijze
7 S model

  • Resultaat
  • Je hebt kennis genoeg van instrumenten t.b.v. interne analyse
  • Je hebt sterktes en zwaktes van jouw organisatie op een rijtje
  • Je hebt voldoende bagage om dit te realiseren



Hoe bepaal ik sterktes en zwaktes.
Belangrijk om zwaktes en sterktes eruit te nemen en te motiveren waarom.

Informatie en communicatie zijn belangrijke punten voor werknemers.

7S model van McKinsey
Het 7S model van McKinsey & Company 


Strategie
Hoe kunnen we onze organisatie handhaven?

Duidelijkheid over en inzicht in:
  • doelen
  • belangrijke concurrenten en hun sterktes / zwaktes
  • externe belanghebbenden
Structuur
  • Organigram
  • Stijl of plat
  • Formeel of informeel
  • Overlegstructuur/communicatie
Processen

Systemen

  • Welke systemen heeft jouw organisatie
  • of juist niet?
  • Hoe functioneren deze systemen
Staf
  • Personeelsopbouw naar leeftijd, kennis, ervaring?
Stijl
  • Plannen organiseren, leidinggeven, controleren
  • Welke stijl
Shared values

Skills
  • Sleutelvaardigheden op medewerker- en organisatieniveau, waarmee ze zich van de concurrentie kunnen onderscheiden.
Samenvattend
  • 7-s is een model, een manier van systematisch kijken. Er zijn veel modellen, maar 7-s wordt veel gebruikt
  • De inhoud van de S- en is niet eenvoudig. Inhouden kunnen elkaar overlappen.
  • Het gaat er om interne sterktes en zwaktes te signaleren als onderdeel van een strategische analyse.
  • Een ander model is de Campmatrix.
DESTEP       De Step

  • Korte inleiding
  • Inventarisatie 6 invalshoeken D E S T E P
  • Belangrijke bronnen: SCP;  CBS; websites ministeries; websites provincies en gemeentes
Resultaat
  • Gezamenlijke inventarisatie Destep: gezamenlijk document?
  • Lijst met relevante ontwikkelingen inclusief bron
  • Ervaring opgedaan met het werken met dit hulpmiddel

leeftijd
vergrijzing
infrastructuur
ecologische zaken

DE STEP                         CONCURRENTEN             POTENTIELE DOELGROEP


Sociale maatschappelijke ontwikkeling
Fieke Klein-Wissink

OVER GRENZEN HEEN

Nationale luizendag


HISTORISCH BESEF

Sinds 1904.

Mazelen, Polio, Hardhorendheid, Kinkhoest, TBC

Schoolartsen in dienst bij Gemeentebestuur.

Heden: wie moet nu betalen?

Voorkomen ipv genezen

Schoolarts sinds 1904 houdt toezicht op scholen.
Schooltandarts & Luizenzusters staan de Schoolarts bij.
Sinds 1940 pedagogen, hulpverleners op school.

In 1959 Rijks preventie programma tegen ziekten. Vrij om te kiezen voor inentingen.

Huidig: Obesitas
Voorheen: Ondervoeding

RIVM of te wel "Luizenpluizers"

Preventie?

6 eeuwen wezen & Boefjes

  • tot 1575 Armenzorg
  • 1575-1795 Wezen (staat en kerk)
  • 1795-1905 Wezen-Kinderzorg
  • 1900 ontstaan Kinderbescherming
  • 1905-1988 Wet en opvoeding/wet en kinderen - gestichtopvoeding

Historisch overzicht

  • 1886 Vereniging tot steun van verwaarloosden en gevallenen
  • Plaatsing in pleeggezinnen voor jongeren in de knel (voorloper voor internaten)
  • 1901 Van Houten -  Eeuw van Kind breekt aan, vaderlijke macht wordt beperkt (Voogdij)
  • 1980 bezuiniging, schaalvergroting, BM

Beschavingsoffensief
  • Onderwijs en opvoeding van kinderen een plicht
  • Toenemende criminaliteit op straat
  • Redt kinderen van immorele ouders (wet ouderlijke macht)
  • Overheid neemt opvoeding over
  • Minderjarige niet in het strafrecht

Wettelijke kaders

  • Voogdijraden. Ontzetting en ontheffing
  • Passend kerkelijk gezindte! Gezin of gesticht.
  • 1922 Kinderrechter + OTS
  • Opvoedingsondersteuning ontstaat.
  • Beperkte duur van een plaatsing!
  • 1928 MOB (Medisch Opvoedkundige Bureaus)
Scholing
  • Na de 2de wereldoorlog sociale academie in opmars
  • Directeur/pedagoog in het gesticht + kwalitatief goed opgeleid personeel!
  • 1961 Rapport Haeck. Salariëring + Diplomering. Ontstaan inrichtingswerk.
  • Psycholoog en psychiater
Belang van de jongere centraal
  • Orthopedagogiek
  • Therapie & methodiek
  • 1965 Kinderwet. Straf van Arrest. Mulock Houwer. Jeugdclassering
  • Gezinsvoogdij als preventie.
  • JAC, SAC, Boddaert, Bond Minderjarige, BJ
Categorieën
  • Misdadige kinderen: Tuchtschool: straf, discipline en tijdelijk
  • Verwaarloosde kinderen: weeshuizen
  • Moeilijk opvoedbare kinderen
  • Heropvoeding: drie R's en een vak leren





Beschavingsoffensief 2015
  • Welke tendensen of signalen zie je op dit vlak in:
  • Onderwijs
  • De politiek
  • De media
  • De wet
  • De scholing


De rechten van het kind in Nederland 20 November 1982 liggen in het systeem van "het gezin is heilig"

  • Een achtergesteld kind heeft recht op bescherming tegen uitbuiting verwaarlozing en uitbuiting
  • Het kind heeft recht op bescherming tegen discriminatie
















woensdag 11 februari 2015

11-02-2015 Gehechtheid

Gehechtheid
11/02/2015
Drs. Petra de Vries

Gezinsouders - 4 kinderen opnemen in eigen huis

Gehechtheid
Waar denk je aan bij hechting?

Definitie: Gehechtheid is de duurzame en liefdevolle band waarbij de ander uniek is en niet te verwisselen.

Aspecten:

  • Troost zoeken in tijden van stress
  • Duurzaamheid (innerlijk werkmodel)
  • Continuïteit
  • Wederkerigheid
  • Een noodzakelijke basis voor een verdere gezondere ontwikkeling. Basisvertrouwen in jezelf. Iets over hebben voor een ander en goed voelen over jezelf. Vertrekpunt voor een sociale gewetens ontwikkeling.
Hechting en opvoeding


  • Een veilige hechtingsrelatie tussen (pleeg)ouder en (pleeg)kind maakt dat kinderen hun gedrag en emoties beter reguleren.
  • Wanneer en hoe zie je gehechtheid in het dagelijks leven?
Leraar en leerling. Reguleren van emoties voor kinderen.

Wanneer en hoe zie je gehechtheid in het dagelijks leven?
  • In situaties die het hechtheidssysteem activeren (bijvoorbeeld bij spanning)
  • Evenwicht tussen nabijheid zoeken en op onderzoek uitgaan. Blijdschap delen en genieten samen. Duidelijk oogcontact geeft het aan.
Oefening eigen gehechtheidsrepresentatie
  • Neem een belangrijk persoon uit je jeugd in gedachten
  • Schrijf 5 woorden op die hierbij naar boven komen
  • Bij woord 1: waarom van belang voor jou?
  • Hoe is het voor je om eraan te denken?
  • Hoe beïnvloedt deze ervaring jou nu nog?
  • Wanneer denk je hieraan

Hechtingsrepresentatie


  • Innerlijk beeld van het zijn-met-de-ander
  • Zelfvertrouwen
  • Vertrouwen in anderen
  • Wordt van jongs af aan opgebouwd
           - Bouwstenen van hechting

Innerlijk werkmodel, hechtingsrepresentatie:


Is een ander wel te vertrouwen? Het is niet altijd warmte en veiligheid.

Factoren die hechting beïnvloeden
Factoren vanuit het kind:
  • Gezondheid van het kind
  • Aanleg van het kind
Factoren vanuit de opvoeder:
  • Fysieke toegankelijkheid van de opvoeder
  • Psychische toegankelijkheid van de opvoeder
  • Gehechtheid van de opvoeder
  • Stabiel opvoedingsklimaat
Bouwstenen van Hechting (Truus Bakker)


Belangrijke attitude van de ouders per bouwsteen van hechting

Eerste bouwsteen - Doel: meer veiligheid
  • Meer zorg bieden
  • Levensvoorwaarden scheppen (bijvoorbeeld eten, bed, eigen plek, speelgoed)
  • Structuur en leiding bieden
  • Reageren op behoeftes en signalen van het kind
  • Lichamelijk contact
  • Reguleren van emoties
  • Oogcontact maken en (spiegelende) mimiek
Tweede bouwsteen - Doel: meer vertrouwen in de ander en openheid
  • Meer gericht op het opbouwen van een vertrouwensrelatie
  • Aandachtig en actief luisteren
  • Volgen
  • Meer nabijheid en herkenning van gevoelens en behoeftes; spiegelen
  • Meer beschikbaar zijn, zonder je te laten manipuleren
  • Meer meeleven, luisteren en meekijken met het kind; empathie tonen
  • Meer actief in het geven van aandacht (ook als het kind er niet duidelijk om vraagt)
  • Meer letten op non-verbale signalen van het kind en eigen non-verbaal gedrag
Derde bouwsteen - Doel: opdoen van vertrouwen door zelf te kunnen exploreren en ervaringen hierbij te kunnen delen, hulp kunnen vragen.

  • Meer gericht op ondersteunen van eigen initiatieven van het kind
  • Meer samen met het kind naar de wereld kijken en ervaringen delen zonder onmiddellijk in te grijpen
  • Meer (veilige) ruimte geven, materiaal en omgeving afstemmen op niveau en mogelijkheden van het kind
  • Beetje uitdagen, minder snel "invullen" en helpen
  • Meeleven met frustratie zonder het voor het kind op te lossen
  • Benoemen
Vierde bouwsteen - Doel: zelfstandig worden
  • Contact houden met je eigen behoeftes
  • Duidelijk zijn over je eigen wensen: ik-boodschappen geven
  • Het kind én jezelf serieus nemen en onderhandelen; geven en nemen
  • Het kind met rust laten als het geconcentreerd bezig is
  • Niet te snel helpen en met oplossingen komen
  • Het kind een eigen ruimte geven
  • Het kind vertrouwen geven in eigen mogelijkheden
  • Duidelijke grenzen stellen
  • Niet bang zijn om een conflict aan te gaan (conflict hanteren)
Vijfde bouwsteen - Doel: zelfstandig eigen problemen kunnen oplossen en initiatieven nemen
  • In vertrouwen het kind laten gaan
  • Eigen leven kunnen hebben los van de ander
Bron: Bakker-van-Zell (2006) in Gehechtheid in Beeld Havermans, Vermeulen, Prinsen Uitgeverij SWP 2012

Veilig gehechte kinderen:
Veiligheidscirkel Hoffman Cooper Powell and Marvin








Onveilige hechtingen

Vermijdend                              Ambivalent

Cirkel van gelimiteerde veiligheid

Geen aandacht voor het kind
Kind is onzeker over de behoefte van de opvoeder

Voorbeeld gedragingen gedesorganiseerde gehechtheid

  • Vermijden van oogcontact
  • Geen affectie tonen naar familie/opvoeders
  • Geen onderscheid (affectie) naar bekenden/vreemden
  • Liegen
  • Stelen
  • Wreed naar dieren of personen
  • Vreemde manier van spreken
  • Ontbreken van schuldgevoelens
  • Impulsief gedrag
  • Ongepast seksueel gedrag
  • Rol omkering (volwassen-kind)
  • Overactiviteit
  • Vernielen van spullen
  • Eten schrokken
De Brug




Gehechtheid en neurobiologie

Vermeerdering van neuronen staat onder invloed van positieve ervaringen, responsiviteit van de opvoeder bevordert deze groei.
De hersenen wordt beïnvloed.

Neurologische Plasticiteit
Ervaring bevordert de ontwikkeling van neuronen en axionen, opvoeder sluit aan bij wat ze van het kind terug krijgt.

Peck, S.D. (2003)


De invloed van zorg op de hersenontwikkeling

  • Huidcontact en aanraking
  • Balansstimulering
  • Onveilig gehechte kinderen gaan fysieke stimulatie vaak uit de weg maar hebben het wel nodig!
Bijvoorbeeld Romeinse kinderen uit adoptie


Meer zorg: meer contactplaatsen tussen hersencellen
Verwaarlozing en normale ontwikkeling

Ontwikkeling van het brein bij ernstige verwaarlozing
Perry & Pollard (1997)


Hoe reguleert een kind zijn stress zonder steun van ouders?
Door te bonken, wiegen
Door zichzelf aan te raken of pijn te doen
Door alles zelf te bepalen, controle
Door te rennen, druk te bewegen
Door macht over anderen uit te oefenen
Door TV te kijken
Door zich af te sluiten

Wat gebeurt er wanneer een mens stress ervaart?

11-02-2015 Levensloop van Mensen met een verstandelijke beperking

Levensloop van mensen met een verstandelijke beperking
11-02-2015
Ida van Asselt-Goverts

Doel:
Zicht krijgen op de veranderingen in de zorg en visie die daaraan ten grondslag ligt.
Zicht krijgen op de levensloop van deze mensen

Wanneer is er sprake van een verstandelijke beperking?

zwak begaafd, ongelukkig kindje, zwakzinnig, mongool, debiel, imbeciel, idioot,
blo (bezondere lagere onderwijs) verstandelijk gehandicap, (lvg) licht verstandelijke handicap

Classificatie naar graad van verstandelijke beperking DSM IV

Licht            IQ 50-55 tot 69
Matig           IQ 35-40 tot 50-55
Ernstig         IQ 20-25 tot 35-40
Diep            IQ minder dan 20-25
Ghesquière & Maas, 1998

En mensen met een IQ tussen de 70-85?

Model AAIDD/AAMR (Buntinx 2003, p.10)

Context waarin je opgroeit is van cruciaal belang.
Aantal mensen met een IQ onder 70 = 140.000 SCP
2,2 miljoen mensen met een IQ tussen 70 en 80
Daarvan ongeveer 1,4 miljoen met problemen t.a.v. sociale redzaamheid (onzeker: schatting) daarvan 37.000 ondersteuning vanuit VG-zorg
Tussen 2007 en 2011 is de vraag naar vg-zorg met 5,9% per jaar gestegen. Vooral door mer vraag van mensen met IQ tussen 50-85.

De eerste fase

  • zwangerschap: onzekerheid, dilemma's, schuldgevoel, angst
  • zichtbare beperking: alles is anders
  • onzichtbare beperking: onzekerheid en onduidelijkheid
  • rouwproces
  • de relatie is de basis, probeer de relatie ouder-kind te versterken


Ondersteuning
Welke vormen van ondersteuning zijn er mogelijk in de thuissituatie?
Waar let je op? Waar vraag je naar? Wat doe je?

Ouders ontlasten. Ontwikkeling stimuleren.  Hulpmiddelen verstrekken. 
Hoe ziet hun omgeving uit - sociale netwerk - financiële mogelijkheden

Ondersteuning aan kinderen, jongeren en hun ouders
  • integrale vroeghulp
  • opvoedingsondersteuning: praktisch pedagogische gezinsbegeleiding/videohometrainers
  • ontlasten van ouders
  • ontwikkelingsstimulering
  • brusjes (lotgenoten) broers en sussen
Balans draagkracht en draaglast
overstimuleren versus onderstimuleren
kleine stapjes en aansluiten

School en dagbesteding
  • Welke vormen van school en dagbesteding zijn er voor kinderen en jongeren met een verstandelijk beperking?
  • Kinderdag Verblijf
  • Praktijkschool
Onderwijs, dagbesteding
  • orthopedagogisch dagcentrum
  • speciaal onderwijs
  • speciaal basis onderwijs
  • regulier onderwijs

Cluster 1 - Visueel
Cluster 2 - Spraak/taal en gehoorsproblemen
Cluster 3 - Zeer moeilijk lerende kinderen met lichaamlijke beperking
Cluster 4 - zeer moeilijk ontwikkelende kinderen

Transitie naar volwassenheid
(Huiberts & Mandemakers, 2007)
Transitie van onderwijs naar werk
Transities in huisvesting
Transities in familierelaties
Transities in zorg en ondersteuning

Volwassenen met een verstandelijke beperking
  • verschil in niveau
  • kalenderleeftijd versus cognitieve ontwikkelingsleeftijd
  • cognitieve ontwikkelingsleeftijd versus emotionele ontwikkelingsleeftijd
  • overschatten versus onderschatten
Regie in de praktijk van alledag
  • de cliënt staat centraal
  • de cliënt is belangrijk
  • zelf keuzes kunnen maken
  • zelf mogen ervaren
  • alles mogen weten over jezelf
  • niet invullen voor de anderen
  • ondesteuningsplannen
  • gesprekken over de cliënt?
  • grenzen aan de autonomie?
http//www.verstandelijkbeperkt.nl/autonomie

Volwassenen met een matige VB
  • minder zichtbare afwijkingen dan bij ernstiger beperking 
  • herkenning
  • heterogene groep (motoriek, taal, zelfredzaamheid)
  • leren van ervaringen
  • gevoelig voor veranderingen
(van der  Meer, Hermsen & Keukens, 2003)

Aangeleerd hulpeloosheid & zorgverleningssyndroom (van Gennep, 2010)

Volwassenen met LVB
  • vaak pas later ontdekt
  • minder inzicht
  • minder abstractievermogen
  • oordeelsmogelijkheden beperkt
  • verhoogde kans op psychiatrische stoornis en bijkomende gedragsproblematiek









maandag 9 februari 2015

Help! Conflicten

Supervisie
10/02/2015




Ik wordt wakker om 02:22 uur en begon te schrijven.
Ik schrijf het uit me.

Mindfulness


woensdag 4 februari 2015

2015-02-04

4 februari 2015
Supervisie

Ik beoordeel mijzelf op Supervisie met een beoordelingscriteria.

Ik ben benieuwd hoe mijn Supervisor me zal beoordelen?

De volgende punten komen naar voren:


  • zelfsturing en professionele ontwikkeling
  • omgaan met emoties
  • kritisch open vasstelling
  • mondelingen en schriftelijke communicatie
  • kritische feedback geven
  • mentale beelden
  • inzage in eigen leerstijl
  • grenzen afbakenen
  • sterkte/zwakte analyse
  • afstand nabijheid
  • relatie man/vrouw
  • leiderschap
  • verandwoordelijkheid
  • visie vorming
  • kwaliteiten en valkuilen
  • eigen normen en waarden
  • omgaan met cultuurverschillen
  • uitdagingen aangaan
  • sturen of volgen
  • omgaan met ergenissen
  • conflicten hanteren
  • uitdagingen aangaan
  • manieren van leren
  • sturen of volgen


Johari model
Ik moet discripantie aangeven in mijn gevoel en gedachten.
Kijk terug op mijn meta niveau naar mijn eigen ontwikkeling en het proces. 
Ik zal meer een verdiepingsslag moeten maken naar m'n eigen leren.
Deze is nodig om aan te geven hoe ik aan het ontwikkelen ben en zijn.

Coaching training
4 februari 2015 
Fieke Klein Wassink

Oplossingsgericht coaching
Coert Visser Progressie gericht werken

Zien zonder om te staren
Geef je streven op en hoe gemakkelijker het wordt bij de individu of in het groep

Richt al je aandacht op het moment

Tao van leiderschap


OEN
Open en Eerlijk en Nieuwschierig

Contact: Feiten
               Implicaties
               Gevolgen

Frame: Waar ga ik het over hebben?

Oplossingsgericht werken
In de Container

Visie
  • Wat eerder heeft gewerkt opnieuw toepassen
  • Grondhouding is positief
  • Mensen zijn competent
  • Coach gelooft dat gewenste verandering zal optreden
Axioma's
  • Oplossingsgericht i.p.v. probleemgericht
  • Toekomst gericht; stapje voor stapje
  • Concrete doelen
  • Aanboren van bronnen, ideeën van de coachee
  • Wat niet werkt, stop ermee!
  • Wat wel werkt, doe het vaker
  • Een probleem doet zich nooit 24/7 voor
  • Wat is er als het probleem er niet is?
7 Stappen model

  • Verhelderen van veranderbehoefte
  • Gewenste situatie omschrijven: concreet en positief
  • Huidige situatie als startmoment beschrijven
  • Eerdere successen analyseren
  • Een stapje vooruit zetten
  • Monitoren van vooruitgang
  • Verdere veranderbehoefte vaststellen
(Coert Visser (zie literatuur)


Past Present Future X negative positive
Filmpje Coert Visser

Verhelderen
  • Expliceren van veranderbehoefte
  • Onderkennen van het probleem; hoe ziet het probleem er nu uit
  • Van hier uit naar gewenste situatie
  • Open vragen stellen 5 x W & H
  • Hoe het probleem vormt. 
  • Waarom is het een probleem?
  • Wat is de oorzaak?
  • Wie spelen allemaal een rol bij het probleem?



Gewenste situatie
  • Defineer de gewenste situatie zo concreet mogelijk en in positieve termen:
  • Hoe wil je dat de veranderde situatie eruit ziet?
  • Wat zie je, merk je als verbetering is?
  • Gebruik van Wondervraag
  • Gebruik van Uitzonderingsvraag
  • Visualiseer de gewenste situatie
Stapje voor stapje

  • Voortbouwen op eerdere successen en dan stapje voor stapje vooruit.
  • Toekomstgerichtheid
  • Experimenteren
Gebruik van Schaalvraag


  1. Schaal jezelf in op schaal van 0-10: Wat is de huidige situatie? Waar sta je dan?
  2. Wat maakt dat ik mezelf dit cijfer geef?
  3. Waar wil ik staan aan het eind van deze coaching? (cijfer en doel formuleren in positieve termen)
  4. Wat wordt mijn eerst volgende stap? (cijfer en doel formuleren in positieve termen?
Monitoren van vooruitgang
Doel: bewustwording van vooruitgang en letten op wat goed werkt.
Vertrouwen in haalbaarheid doel neemt toe.

Wat gaat er beter?
Wat heeft hierbij geholpen?

Parallelprocessen
Coach werkt met:
Hier en nu - Daar en dan situatie